10 tips voor een veilige autorit

Tip 1: Trek uw winterjas (en die van uw kinderen) uit
Een dikke winterjas is met dit weer heerlijk warm, maar in de auto kan het juist onveilig zijn. Trek uw jas uit voordat u achter het stuur stapt, zodat u meer bewegingsvrijheid heeft en de gordel goed aansluit op uw lichaam. Voor kinderen geldt hetzelfde: laat hen de jas uittrekken in het kinderzitje. Zo voorkomt u dat er speling ontstaat tussen de gordel en het lichaam, wat gevaarlijk kan zijn bij een noodstop.

Tip 2: Maak uw auto sneeuwvrij
Voordat u vertrekt, is het belangrijk om uw auto volledig sneeuw- en ijsvrij te maken. Vergeet hierbij niet het dak, de spiegels en de motorkap. Dit voorkomt dat sneeuw tijdens het rijden voor problemen zorgt. Hoewel het verleidelijk kan zijn om de motor alvast te laten draaien om de ruiten te ontdooien, heeft dit weinig effect omdat de motor stationair nauwelijks opwarmt. Laat bovendien nooit uw auto onbemand achter met draaiende motor: u bent dan niet verzekerd bij diefstal.

Tip 3: Controleer uw banden
Winterbanden zorgen voor extra grip, een kortere remweg en minder kans op aquaplaning dankzij de minimale profieldiepte van 4 mm. Voor gewone banden geldt een minimale profieldiepte van 1,6 mm, maar het wordt aangeraden om deze te vervangen bij 2 mm, zeker in winterse omstandigheden. Controleer ook de bandenspanning, want een te lage spanning zorgt voor een langere remweg. In het instructieboekje van uw auto of aan de binnenkant van de tankdop vindt u de juiste bandenspanning.

De regels in het buitenland
In een groot aantal Europese landen geldt een verplichting voor winterbanden, hoewel de exacte regels per land verschillen. Voor landen zoals Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Zweden, Noorwegen en Finland geldt dat winterbanden (of 4-seizoenenbanden) verplicht zijn bij winterse omstandigheden of binnen specifieke periodes.
Let op: gebruikt u de winterbanden (of 4-seizoenenbanden) niet, dan riskeert u een boete of kunt u zelfs aansprakelijk worden gesteld bij een verkeersongeval.
Meer informatie: www.anwb.nl/auto/banden/winterbanden/winterbanden-in-het-buitenland

Tip 4: Trek rustig op
Laat uw koppeling rustig opkomen en geef niet te veel gas bij het optrekken. Dit voorkomt dat de wielen gaan slippen. Staat u op een glad stuk, zoals ijs? Trek dan heel voorzichtig op in de tweede versnelling.

Tip 5: Pas uw snelheid aan
Sneeuw en gladheid maken de wegen gevaarlijker. Pas daarom uw snelheid aan en rijd langzamer, zelfs als u winterbanden heeft. Geef gedoseerd gas om gecontroleerd te kunnen versnellen.

Tip 6: Blijf alert
Wees extra scherp op onverwachte situaties. Laat u niet afleiden door de radio, mobiele telefoon of passagiers en houd beide handen aan het stuur. Focus volledig op het verkeer.

Tip 7: Stuur voorzichtig
Abrupte stuurbewegingen kunnen ervoor zorgen dat u de controle over uw auto verliest. Stuur rustig en gecontroleerd, houd beide handen aan het stuur en kijk vooruit om uw rijlijn te bepalen.

Tip 8: Noodstop? Trap rem en koppeling in
Moet u plotseling stoppen, bijvoorbeeld door een file? Trap dan zowel de rem als de koppeling tegelijk in. Dit activeert het antiblokkeersysteem (ABS), waardoor u kunt blijven sturen terwijl u remt. Het trillen van het rempedaal is normaal en niets om u zorgen over te maken.

Tip 9: Rem niet in de bocht
Wilt u snelheid minderen voor een bocht? Laat dan tijdig het gas los in plaats van te remmen. Door niet te remmen, voorkomt u dat uw banden grip verliezen. Geef pas weer gas zodra u op een recht stuk weg bent.

Tip 10: Blijf rechts rijden
Bij gladheid is het veiliger om zoveel mogelijk op de rechterrijstrook te blijven. Mocht er iets misgaan, dan kunt u makkelijker uitwijken naar de vluchtstrook.

Hoeft u niet de weg op? Dan is het verstandig om thuis te blijven. Houd in ieder geval de weersvoorspellingen en verkeersmeldingen goed in de gaten. Heeft u – ondanks deze tips – toch schade opgelopen aan uw auto? Lees dan hier wat u kunt doen. Komt u er niet uit? Neem contact met ons op.

Bron: Adfiz/Finfin